Overhead en VpB

(bedragen x €1.000)

Omschrijving

Primitieve begroting

Begroting na wijziging

Rekening

Overhead

37.115

36.015

34.355

Volgens de BBV-regels is de definitie van overhead: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Door deze definitie te gebruiken kan een eenduidig inzicht worden gegeven in de kosten die direct zijn toe te rekenen aan bepaalde taakvelden. Vanaf 2017 wordt aangegeven welk bedrag dit in de gemeente betreft. De vermelde bedragen komen overeen met het saldo van lasten en baten (incl. reservemutaties) op het programma Bedrijfsvoering.

(bedragen x €1)

Opbouw overhead

Lasten

Baten

Saldo

Personeel en organisatie

4.239.068

143.785

4.095.283

ICT

18.162.850

8.622.372

9.540.479

Financien

6.048.611

1.135.562

4.913.048

Facilitaire zaken

9.488.107

1.845.030

7.643.077

Management en ondersteuning

6.022.809

7.547

6.015.262

Communicatie

1.097.924

6.609

1.091.316

Juridische zaken en inkoop

2.503.431

519.780

1.983.651

Bestuursondersteuning

1.157.014

21.274

1.135.740

Bedrijfsvoering algemeen

1.586.005

289.041

1.296.964

Toerekening aan projecten

-3.360.819

-3.360.820

Resultaat

46.945.000

12.591.000

34.354.000

(bedragen x €1.000)

Omschrijving

Primitieve begroting

Begroting na wijziging

Rekening

Vennootschapsbelasting

0

1.798

1.616

Vanaf 1 januari 2016 geldt de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen.

In het kader van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt jaarlijks beoordeeld of er voor het grondbedrijf van de gemeente Deventer sprake is van een onderneming en daarmee vennootschapsbelastingplicht. Bij dit onderzoek naar het cluster van grondgerelateerde activiteiten (grondexploitaties) binnen het grondbedrijf wordt gebruik gemaakt van een model dat is gebaseerd op de QuickScan en de Post-QuickScan gepubliceerd door het SVLO.
Op dit moment is de gemeente Deventer over de Vpb-plicht van het grondbedrijf met de Belastingdienst in overleg. Voorzichtigheidshalve is het resultaat van het grondbedrijf in de aangifte Vpb 2021 en 2022 verantwoord ter voorkoming van belastingrente. Voor het jaar 2023 is een nadere voorlopige aanslag aangevraagd en voor het jaar 2024 is door de Belastingdienst een voorlopige aanslag Vpb opgelegd. Deze voorlopige aanslagen zijn in het jaar 2024 betaald.

De Belastingdienst heeft al enige jaren het standpunt ingenomen dat gemeenten met de activiteit ‘reclame in de openbare ruimte’ een overheidsonderneming drijven. De gemeente Deventer voert eveneens reclame activiteiten uit en daarom is het resultaat van deze activiteit in de aanslagen 2016 tot en met heden meegenomen ter voorkoming van belastingrente. In 2024 is de voorlopige aanslag Vpb 2024 betaald. De gemeente Deventer is echter van mening dat met de reclame activiteiten geen overheidsonderneming wordt gedreven en dat er enkel sprake is van ‘normaal vermogensbeheer’. Tegen de definitieve aanslagen is daarom bezwaar aangetekend. Op dit moment lopen er diverse fiscaal juridische procedures bij andere gemeenten. De gemeente Deventer wacht de uitkomst van deze procedures af.

In 2022 is door de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de door een gemeente uitgevoerde activiteit ‘verhuur gronden brandstofverkooppunten’. De rechtbank oordeelde dat met deze activiteit een onderneming wordt gedreven. Dit betekent dat over de ‘winst’ vennootschapsbelasting moet worden afgedragen. Het Hof heeft de uitspraak van Rechtbank Den Haag op 24 november 2023 bevestigd. De gemeente Deventer verhuurt eveneens grond voor brandstofverkooppunten. Ook voor deze activiteit is gemeente Deventer van mening dat er geen overheidsonderneming wordt gedreven en dat er enkel sprake is van ‘normaal vermogensbeheer’. Om mogelijk nadelige financiële consequenties te beperken is het resultaat van deze activiteit in de aanslagen 2016 tot en met heden meegenomen ter voorkoming van belastingrente. In 2024 is de voorlopige aanslag Vpb 2024 betaald. Tegen de definitieve aanslagen is vervolgens op gelijke wijze als bij reclame bezwaar aangetekend in afwachting van de uitkomst van de fiscaal-juridische procedures.

In april 2024 is de aangifte Vpb 2022 ingediend. Op basis van deze ingediende aangifte is in 2024 een teruggaaf ontvangen.