Rechtmatigheidsverantwoording

Per 1 januari 2023 is de Wet versterking decentrale rekenkamers (Wvdr) in werking getreden. Met deze wetswijziging is onder andere de verplichting ingevoerd voor het college van Burgemeester & Wethouders (hierna: college) om een rechtmatigheidsverantwoording op te stellen als onderdeel van de jaarrekening. Het college legt in de jaarrekening zelf verantwoording af over de mate waarin zij in het boekjaar rechtmatig heeft gehandeld. Het college gebruikt hiervoor de voorgeschreven teksten van de Commissie BBV zoals opgenomen in bijlage 1 van de Kadernota rechtmatigheid 2024.

Rechtmatigheidsverantwoording van het college van Burgemeester & Wethouders

Verantwoordelijkheid van het college van Burgemeester & Wethouders.

De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijken een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium. In de rechtmatigheidsverantwoording licht het college toe in hoeverre bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd.
Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met de door de gemeenteraad vastgestelde kaders zoals de begroting, gemeentelijke verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving.
Bij de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening is het door de gemeenteraad op 18 december 2024 vastgestelde normenkader van de relevante wet- en regelgeving verder toegelicht.
Deze verantwoording hanteert een grensbedrag, omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is door de gemeenteraad bepaald en bedraagt 1% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op € 5,8 miljoen (afgerond). De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2024 van de Commissie BBV van oktober 2024.

Bevinding.

Het college stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen € 2,34 miljoen bedraagt. Dit is lager dan de daarvoor gestelde grens van € 5,8 miljoen. Van de niet rechtmatig tot stand gekomen verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties is volgens het college overigens een bedrag van € 0,66 miljoen acceptabel op basis van door de gemeenteraad vastgestelde afspraken.

De geconstateerde afwijkingen betreffen:

Begrotingscriterium

Bedrag

1a Overschrijding lasten programma's

0,22

1b Overschrijding investeringsbudgetten (kredieten)

0,47

2 Ongeautoriseerde reservemutaties

0,00

3. Overschrijding van baten en/of onderschrijding van lasten en baten die niet tijdig tot een begrotingswijziging hebben geleid of te laat aan de raad zijn gemeld

0,00

Totaal begrotingsonrechtmatigheden

0,69

4. Totaal van de begrotingsonrechtmatigheden (van onderdeel 1 en 2) dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid en daarmee vooraf als acceptabel is geduid.

0,66

Resterend saldo begrotingsonrechtmatigheden

0,03

Voorwaardencriterium

Bedrag

6, Inkopen ten onrechte niet Europees aanbesteed
Dit hangt samen met een tweetal inkoopcontracten en een vijftal inhuurcontracten. Dit is nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering

1,65

Totaal voorwaardenonrechtmatigheden

1,65

M&O criterium

Bedrag

7. Geen bevindingen

0,00

Totaal M&O criteriumonrechtmatigheden

0,00

Totaal van onrechtmatigheden

2,34

Waarvan acceptabel

0,66

Waarvan niet-acceptabel

1,68

In de paragraaf bedrijfsvoering is op basis van de Kadernota rechtmatigheid 2024 van de commissie BBV en op basis van de afspraken van het college met de gemeenteraad aanvullende informatie opgenomen over de financiële rechtmatigheid. In deze paragraaf heeft het college ook beschreven welke acties hij heeft ondernomen of gaat ondernemen om de vermelde afwijkingen in de toekomst op te lossen of te voorkomen.